De collectieve zorgverzekering staat onder druk. Zorgminister Tamara van Ark wil namelijk een einde maken aan de korting die zorgverzekeraars geven op de basisverzekering
![geld-pillen-zorgverzekering](https://visionatline.nl/app/uploads/2023/11/geld-pillen-zorgverzekering-pix-150-1.jpg)
De VVD-bewindsvrouw vindt dat de collectiviteitskorting een sigaar uit eigen doos is. Ook haar voorganger, Bruno Bruins, had sterke twijfels over de collectieve zorgverzekering.
Het idee van de collectieve verzekering was dat de uiteindelijke kosten ervan lager zijn. Maar in de praktijk betalen de zieken zonder werk de premie voor gezonden die wel een baan hebben. De solidariteit is ver te zoeken.
Van 10 naar 5 naar 0
In 2019 kon je als verzekerde nog rekenen op maximaal 10 procent collectiviteitskorting op je basisverzekering. Voor de zorgverzekering in 2021 is dat nog maar 5 procent en binnenkort gaat dit naar nul.
Uit een analyse van instituut Vektis blijkt dat collectief verzekerden in 2020 gemiddeld 24 euro meer premie betalen dan mensen met een reguliere, individuele zorgpolis. Hoewel de afschaffing van de korting pas op zijn vroegst per 2023 ingaat, kunnen verzekerden dus nu al besparen. Overstappen van zorgverzekering ligt daarbij voor de hand.
Collectieve zorgverzekeringen lijken de laatste jaren steeds duurder te worden en daarmee minder interessant uit te pakken voor verzekerden. Bovendien zien steeds meer mensen de voordelen in het kiezen uit alle zorgverzekeraars in plaats van de keuze uit slechts één verzekeraar met wie de werkgever een overeenkomst heeft.
Bijna 500 euro verschil
Ook de algehele verschillen in zorgpremie nemen de laatste jaren toe. Tussen de duurste en goedkoopste basispolis zit bijna 500 euro verschil in premie, blijkt uit de Monitor Zorgverzekeringen van de NZa. De juiste zorgverzekering kiezen kan dus goed zijn voor je portemonnee.
Alle zorgverzekeraars hebben een zekere financiële buffer opgebouwd. Dat moet volgens Europese regelgeving, bijvoorbeeld om in tijden van economische crisis toch de declaraties te kunnen blijven betalen die zorgverleners indienen. Ook wordt de buffer gebruikt om de zorgkostenstijging het hoofd te bieden en stijging van de zorgpremie te minimaliseren.
Maar niet iedere verzekeraar heeft een even dikke huid. Daarom gaan de premieverschillen komend overstapseizoen nog verder toenemen, verwacht Koen Kuijper van Zorgwijzer:
“Sommige verzekeraars hebben meer geld in kas en gaan daarom mogelijk minder in premie omhoog, terwijl bij andere de premie juist harder stijgt. Dat zien we nu al bij DSW gebeuren, waar de premie meer stijgt dan waar het kabinet in de miljoenennota rekening mee hield. De prijsverschillen worden waarschijnlijk dus nog groter in 2021.”
Uiterlijk 12 november moeten alle zorgverzekeraars hun nieuwe premie voor komend jaar bekend maken. We weten dan direct hoe groot de verschillen daadwerkelijk zijn.
Bron: Zorgwijzer.nl, NZa.nl