U hoort het steeds meer voorbij komen: de keuze om zich genetisch te laten testen.
Wanneer er in de familie mogelijk een erfelijke ziekte voorkomt, dan bestaat er een kans dat u of uw kinderen ook drager wordt van deze ziekte en dus kans heeft om het ook te krijgen.
Om de juiste zorg te krijgen voor uw genetische ziekte of aandoening is het belangrijk dat deze niet te laat komt waardoor de zorg zinvol is en uw leven op den duur minder sterk beïnvloed wordt door de ziekte. Dit is des te belangrijker voor uw kinderen zodat ook zij op tijd de juiste zorg krijgen.
Kijken naar de toekomst
Ondanks dat deze test niet altijd een gemakkelijke keuze is, kunt u zich naar aanleiding van deze test wel voorbereiden op wat mogelijk komen gaat. Wat gaat u bijvoorbeeld doen wanneer u slecht nieuws te horen krijgt? Welke zorg gaat u of uw kinderen krijgen en hoe intensief gaat die zorg zijn? En wat betekent dat voor uw zorgverzekering?
Keuze DNA-onderzoek
Wanneer u voor de keuze staat om een DNA test uit te voeren, dan is het goed om bepaalde overwegingen en argumenten af te wegen. Zo is het verstandig om eerst alle beschikbare en betrouwbare informatie te bekijken die u mogelijk verder kunnen helpen met de keuze.
Zo kunt u zich eerst laten informeren door een geneticus om de noodzaak te bepalen. Wanneer u besluit om een DNA onderzoek te laten uitvoeren, dan kunnen de resultaten niet altijd meevallen. Ondanks dat biedt een DNA onderzoek de beste uitkomst wanneer er sprake is van een vroeg stadium waarin preventieve maatregelen en/of behandelingsopties nog mogelijk zijn.
Ontstaan erfelijke ziekte
De meeste ziektes ontstaan door een afwijking, ook wel mutatie in het DNA. Dit kan al bij de geboorte aanwezig zijn, maar kan soms ook door toeval ontstaan. Wanneer een bepaalde mutatie van generatie op generatie wordt doorgegeven, dan is er sprake van een erfelijke ziekte. Iemand krijgt vaak via één van de ouders de erfelijke ziekte die ook deze mutatie heeft. Dat iemand deze mutatie heeft, hoeft niet te betekenen dat de ouder ziek hoeft te zijn, maar je kunt daarmee wel een erfelijke aandoening overdragen aan het kind. Veel voorkomende erfelijke ziektes zijn bijvoorbeeld Parkinson, autisme en diabetes type 2.
Bron: Vaderschapstest.nu